In een wereld waar het ene na het andere pop-up restaurant in een garage, fabriekshal of geflopte kledingzaak het licht ziet, verlang ik af en toe terug naar de tijd dat het allemaal even niet zo hip hoeft. Geen hamburger op een houten plank met friet in een katoenen zakje, geen personeel met moeilijke brilmonturen of bretels en geen 80 verschillende soorten gin-tonic. Maar iets zonder verwachtingen.
Zoals een Chinees restaurant met buffet.
Toen ik dat vandaag gekscherend voorstelde tijdens het jaarlijks terugkerende evenement ‘Nichtjesdag’ (dat ben ik dus met mijn zusje en 2 nichtjes en niet een vloot homo’s) werd daar verrassend positief op gereageerd. De uitspraken ‘Oh ik houd eigenlijk best van Chinees’ en ‘Goh dat heb ik allang niet meer gedaan’ waren voor ons voldoende om de Amstelveense Chinees Ho Fa te bellen en ze te verrassen met onze komst.
Ik denk dat als je het exterieur van Ho Fa probeert te omschrijven je hierop uitkomt: naast woonhuis, plat dak, enorme afzuigkap, in neon ‘HO FA’ op een vierkant blok, rode lichtkabel onder de goot. Kortom: super. De binnenkant bleek evenzeer aan de verwachtingen te voldoen: waaierservetjes, wit tafelkleed met patroon, bordeauxrode stoelen, Chineze vazen, orchideeën en een paar zwaaiende Chinese katten. Het levende interieur van de zaak bestond uit een stel dolenthousiaste Chinese medewerkers en wat 60-plussers die het leven aan het vieren waren.
Mijn Nichtjes en ik waren (niet overdreven) bijzonder hongerig. Niet alleen waren we diezelfde middag ternauwernood aan een Escape Room ontsnapt (zonder alle hints zaten we daar nu nog steeds), ook hadden we gewinkeld in een Amstelveens winkelcentrum waar de verwarming het hartstikke goed deed. Dus toen we de dampende bakken Chinees zagen, begonnen onze ogen aardig te glinsteren. Het was toen 17:45.
De mevrouw die ik eerder aan de telefoon had, bleek onze serveerster van de avond. We begonnen met twee Cola Light, een Séven Up en een Spa Lood. Heerlijk, want we waren natuurlijk helemaal uitgedroogd van die verwarming in dat eerdergenoemde winkelcentrum. Toen de serveerster terugkwam met de drankjes leek ze verbaasd dat we nog niet aan het buffet stonden. En toen begon ook een raadselachtig gesprek tussen mij en de serveerster.
Serveerster: ’En nu lekker pakken, lekker pakken.’
Ik: ’Ja een vraagje, staat er ook Chinese tomatensoep bij het buffet?’
Serveerster: ’Kippensooooep, haaienvinnensooooep, op de kaart.’
Ik: ’Ok, dus geen soep bij het buffet.’
Serveerster: ’Nee op de kaart.’
Nichtje (greep in): ‘Dus er staat geen tomatensoep bij het buffet.’
Serveerster: ‘Ja wel tomatensoep bij het buffet.’
Wij blij. Maar dit hierboven ging natuurlijk wel onhandig, zeg nou zelf.
Dus: tomatensoep scheppen en bord in de hand. En dit is waar iedereen aan een buffet altijd de mist ingaat. Er is veel. Je wilt alles. Je neemt van alles een beetje. Je bord breekt bijna van al het eten op je bord. En omdat je niet wilt dat het snel afkoelt, eet je het toch best snel op. Toen wij elkaar allemaal een beetje zwetend aankeken na het eten van ons eerste bord Chinees was het: 18:05.
Efficiënter wordt het niet.
Wel leuker. Want wij konden eigenlijk allemaal niet meer, maar 1x opscheppen aan een buffet is als 1x een filmpje kijken van je vader die een Quecha pop-up tent in z’n gezicht krijgt tijdens het opzetten (dat filmpje bestaat). Mijn nichtjes begonnen aan de tweede ronde, en ik ging naar het toilet. Dat was bezet. Na een paar seconden kwam een 60-plus mevrouw achter me langs die ferm de deurgreep naar beneden duwde, me toen vinnig aankeek en zei: ‘Sta jij in de rij of wacht je op iemand?’ Eh.
Toen ik eindelijk terugkwam bij ons tafeltje, had m’n gezelschap dikke schik. Mijn ene nichtje had (wegens een lichtelijk scheurende maagwand) niet zo heel veel opgeschept, waardoor onze serveerster haar bord voor bijna leeg had aangezien en deze direct weer had meegenomen. Ook efficiënt, maar wel zonde, en nu moest mijn nichtje nogmaals de walk of shame naar het buffet maken. Na een tweede ronde drankjes zei de serveerster nogmaals: ‘Zo ga lekker nog maar pakken weer.’ Het was ongelofelijk. Maar zo volgens alle verwachtingen.
Tegen de tijd van het dessert (18:30), zag de helft van ons gezelschap groen van de Babi Pangang, Fu Yung Hai, Dim Sum en tomatensoep, en besloten we bijna unaniem voor koffie of thee te gaan.
Zusje: “Mag ik een thee?”
Nicht 1: “Mag ik een cappuccino?”
Nicht 2: “Mag ik een IJscoupe Cappuccino zónder slagroom?”
Ik: “Mag ik een groene thee?”
Serveerster: “Alleen gewone thee.”
Ik: “Oh?”
Serveerster: “Wel groene zakje hoor.”
Ik: “Dus je hebt wel groene thee?”
Serveerster: “Met een zakje ja.”
Ik: “Ok doe die maar.”
En het was eigenlijk alleen maar heerlijk dat die ijscoupe bedolven was onder de slagroom en mijn theezakje groen was, maar wel een English Blend bleek te zijn.
Samenvattend was het volledig volgens verwachtingspatroon. Maar de volgende keer ga ik misschien toch weer voor een hamburger op een robuuste plank, die zonder taalbarrière wordt uitgeserveerd.
Het ís dat ik er niet van hou, anders was ik ZEKER gegaan.