Zoals jullie weten had ik vorige week geen blog, en daar voel ik me nog steeds érg slecht over. Ik had die week dan ook amper iets meegemaakt en de afgelopen week heeft dat ruimschoots goedgemaakt. Daarom heb ik besloten om deze blogs te combineren en het wordt waarschijnlijk een roman. Dus zet je schrap voor al m’n avonturen.
Medellin
M’n laatste blog eindigde ik met buikgriep bovenin een bunkbed (dat is heel erg shit) en was ik de dagen erna ook niet echt de oude. M’n frituurhomie Iris kwam langs en we namen na een halve pizza afscheid met een dikke knuffel, want zij ging de dag erna naar Curacao. Leuk voor haar, sad voor mij. De volgende dag (vrijdag) was ik dus weer voor het eerst sinds tijden hélemaal solo, nog steeds een beetje ziek, en belde een fijne 2,5 uur met bestie El die me weer lekker op de hoogte bracht van alles in Utrecht en omstreken.
Op zaterdag besloot ik toch eens iets te gaan doen en ging ik met 2 Duitse meisjes in een kabelbaan naar Parque Arví, een groot park op een hoge berg, ergens aan de zijkant van Medellin. In de metro op weg naar de kabelbaan voegde zich ook nog een Amerikaanse jongen bij ons, Julian. Een grappige gozer die vanuit Miami een weekendje naar Medellin was met nog elf vrienden. De rest lag nog hun kater uit te slapen van de avond ervoor, maar hij had besloten wat van de dag te maken. Hij had nog geen pesos op zak en dus schoot ik hem wat metrokaartjes en een lunch voor, wat geweldig was, want dat maakte mij tot zijn pimp en daar konden we allemaal erg om lachen. De kabelbaan over de barrio was geweldig, maar dat Parque Arví daar begrepen we allemaal niet zoveel van. Ik had zelf een schitterend uitzicht over de stad verwacht, maar we gingen echt vér de berg op. Zo ver dat Julian zei: “I feel like we’re going to Jurassic Park.” En met één blik op het park zeiden we tegen elkaar: Jep, lezzzzgo. Omdat Julian nog niet downtown was geweest, en ik daar een tour had gedaan, gaf ik hem een tour en bleek nog verrassend veel te weten over de stad. Mam, bij deze, m’n brein is nog niet aangetast door alle caipirinha’s en aguardientes. ’s Avonds aten we een echt Colombiaans diner en gingen we naar een sportbar om z’n andere vrienden te ontmoeten. Die druppelden langzaam binnen met, als m’n observatievermogen nog een beetje intact is, hoeren. Omdat ik mezelf mettertijd ook een beetje een hoer begon te voelen, zei ik na een goed aantal minuten: “Ik ga lekker naar bed.”
Cartagena
Op zondag nam ik het vliegtuig naar Cartagena: een mooie koloniale stad aan de noordkust van Colombia, om op maandag in m’n eentje de stad te ontdekken met m’n camera. Zie foto’s. (Weinig spannende verhalen hier.)
Santa Marta
Dinsdag nam ik een shuttlebus van Cartagena naar Santa Marta: een kustplaats die nog een stukje noordelijker ligt dan Cartagena. M’n hombre had me er al voor gewaarschuwd dat ik niet teveel moest verwachten van de stad en hij bleek gelijk te hebben: best lelijk allemaal (en bloedheet en vol muggen). Ik had deze bestemming echter gekozen omdat vanuit Santa Marta de befaamde Lost City Trek vertrekt. Eenmaal gearriveerd ging ik naar het kantoor van Expotur voor het boeken van de hike. Omdat m’n maag nog steeds niet helemaal de oude was, besloot ik nog 1 dag rust te nemen voordat ik daadwerkelijk van start zou gaan. Dat gaf me ook nog wat tijd om op woensdag wat inkopen te doen voor de trektocht: veel muggenspray, een zakje shampoo, 2 liter water en een koord voor m’n camera. Terug in het hostel brak de hemel en veranderden de straten van Santa Marta langzaam in rivieren. Nadat het water enigszins was gezakt, dineerde ik in het centrum en pakte daarna m’n daypack in. Omdat je een aantal dagen aan het buffelen bent, moet je ervoor zorgen dat je alleen het noodzakelijke meeneemt: een paar outfits voor overdag, voor ’s avonds een legging en een trui, 5 paar sokken en ondergoed, wat toiletspullen, 2 liter water, muggenspray, zonnebrand en natuurlijk de camera en telefoon (ook al heb je geen bereik gedurende de hele hike). Een onrustige nacht volgde, want: wás ik wel écht fit genoeg? Wat als de buikgriep weer de kop op zou steken en ik de helft van de tijd, met de groep naast me, in de bosjes zou moeten doorbrengen? En was ik niks vergeten?
Lost City Trek
(ik ga nu over in de tegenwoordige tijd – dit is geen fout)
Dag 1
De ochtend bij de agency (verzamelpunt) word ik ook een beetje zenuwachtig over de groep. In totaal zijn er 15 hikers, 1 gids (Ariel), 1 vertaler (Hugo Lopez – H.Lo) en later voegt zich ook nog een assistent bij de groep (Gian Carlos – GC). Er komt een jongen naast me op de bank zitten, Liam – Brits, en die blijkt na een aantal uitwisselingen van woorden een exacte kopie van m’n goede vriend Martijn Piggen, dus dat is alvast gezellig. Na de bagage-drop, krijgen we voor het kantoor onze eerste uitleg en spot ik een olijk duo. Ik weet nog niet wié ze zijn, maar ik weet wel dat we vriendinnen moeten worden. Dus op het moment dat we de groep moeten opdelen in 2 groepen en deze twee meiden bij elkaar in de jeep willen, offer ik mezelf op voor de andere jeep. M’n eerste move is gemaakt. In mijn jeep zit ik samen met 5 Britse gasten (4 vrienden en Liam) en een Oostenrijks koppel. Tijdens de eerste minuten van smalltalk word ik ineens gebeld door m’n hombre. Ik krijg veel succeswensen voor de track, we kletsen over de afgelopen dagen en hij mist z’n mamacita (dat ben ik dus, voor alle duidelijkheid). Gaaf.
Na twee uur over verharde en onverharde wegen komen we aan bij de start van de track. Aldaar krijgen we lunch geserveerd en kom ik niet alleen naast Liam te zitten, maar ook naast de twee meiden waar ik m’n oog op heb laten vallen. De ene blijkt Nederlands-Braziliaans en heeft zo’n lastige naam dat iedereen haar Mimi noemt, de andere blijkt de Australische Nardu (alsof dat geen lastige naam is). Aan het eind van de lunch moeten we opgeven wat we hier op onze laatste dag willen eten en kom ik erachter dat ik de enige ben die zich voor de 5-daagse track heeft opgegeven; de rest gaat in 4 dagen. Dit is vrij gênant en toch zeker ook ongezellig, dus on the spot zeg ik: “Ik ga dit ook in 4 dagen doen, ik wil eindigen met dezelfde groep.” Toch vindt de vertaler het nodig om de 5-daagse track, voor de voltallige groep, uit te leggen aan mij. Dit leidt tot een lachsalvo bij Nardu en Mimi en vanaf dit moment weet ik dat zij deze reis m’n hikebuddies zijn.
De liefde tussen ons ontbrandt volledig als ik erachter kom dat Nardu ook een toekomstige Latino echtgenoot blijkt te hebben: Kuntur, uit Ecuador. We kletsen over Latino’s, blijken deels overeenkomstige verhalen en ergernissen te hebben en het voelt weer even alsof ik 14 ben. De hike zelf is vrij pittig. Het begin bestaat uit een continue klim omhoog, maar het eind is misschien nog wel erger. Ook al is het naar beneden: de regen komt met bakken uit de lucht, de paden bestaan louter uit modder en mijn Nikes blijken niet de grip te hebben die ik had gehoopt. Het begint zelfs al donker te worden, maar gelukkig is daar ineens assistent Gian Carlos, die me fijn bijschijnt met z’n zaklamp. Al glibberend, met een wandelstok in iedere hand, werk ik m’n weg naar beneden naar ons eerste kamp van de hike. Daar is het vreselijk gezellig. Mimi & Nardu vragen of ik naast hen wil liggen in de bovenste bunks & na een (koude) douche is het tijd voor een verrukkelijke maaltijd: vis met rijst en bonen. Tijdens het eten krijg ik zo’n lachaanval door een grap van Nardu, dat ik me verslik in een stuk vis en ruim 5 minuten niet kan praten. Ik denk dat dat ook de langste tijd is dat ik stil ben geweest tijdens de track. Na het eten gaan we naar bed, hopend hier geen bed bugs aan te treffen, want die schijnen aanwezig te zijn in de kampen. De bedden stinken en zijn vochtig, maar ik ben blij, want heb twee geweldige nieuwe vriendinnen.
Dag 2
Om 5:00 in de ochtend gaan de lichten aan. Nardu en ik weten ons, na uiteraard een hilarisch ochtendgesprek, met moeite om 5:20 uit bed te hijsen. Na een ontbijt beginnen we aan de hike en ik vertel Nardu & Mimi dat ik hoop m’n vriend David te zien, die ik in het hostel in Bogotá heb ontmoet. Ze zijn sceptisch en twijfelen of hij echt bestaat, maar 3 minuten later staan we oog in oog met David, die er vochtig maar tevreden uitziet. We nemen een blije selfie en David wordt gelijk geaccepteerd in onze groep: feliz es los cuatros. Toch nemen we hier ook afscheid, want David is al op de terugweg.
Daarna horen Nardu en ik Hugo (de vertaler) tijdens de hike uit over Latino’s. Hij vertelt ons dat wanneer een Latino wegkijkt, raar reageert of defensief wordt, dat er dan stront aan de knikker is. Hij belooft ons uit te leggen hoe we moeten communiceren met het fenomeen “de Latino”, maar hij komt hier helaas de rest van de hike niet op terug (waarschijnlijk heeft hij zelf ook geen idee).
Tijdens de lunch krijgen we een break en mogen we in de rivier zwemmen. Tegen deze tijd heeft assistent Gian Carlos behoorlijk wat affectie ontwikkeld jegens mij, wat onbegrijpelijk is gezien mijn uiterlijke omstandigheden tijdens de hike (denk aan een kort, zweterig Adidas-broekje, een gezicht zonder make-up en twee wandelstokken die ik geen moment loslaat). We zitten samen op een rots en praten langs elkaar heen, want hij praat alleen maar Spaans en ik Engels. Na de lunch gaan we verder en stijgen we continu. Aangekomen bij ons snackpunt bevinden we ons in een hevige wolkbreuk met onweer en bliksem, maar we moeten door om voor het donker ons kamp te bereiken. Verrassend genoeg neem ik de leiding en banjeren we in de stromende regen door modderpaden en rivieren (met hulp van de 3 gidsen die steeds vooruit rennen) en bereiken uiteindelijk een monster van een rivier. Omdat het water te hoog staat, kunnen we niet door de rivier en moeten we in een metalen kooi, op vier meter hoog, over de rivier van A naar B getrokken worden. Survival mode on. Aan de overkant komen Nardu en ik erachter dat Mimi zoek is, maken we ons zorgen, en komen tot de slotconclusie dat ze misschien door een hete man van de groep voor ons is meegelokt. Eenmaal in het kamp vinden we Mimi, die al is gedoucht, en omdat de rij voor de douches zo lang is besluiten Nardu en ik samen te douchen. Het zal zeker niet de laatste keer zijn.
Na het diner krijgen we een uitleg over de regio Sierra Nevada, waar we ons in begeven. Het gaat over coca-plantages, para-militairen, de inheemse bevolking en de Lost City die in 1970 wordt ontdekt. We horen dat onze gids Ariel heeft gevochten in de drugsoorlog, sindsdien z’n leven heeft gebeterd en nu toeristen graag vertelt over de historie van het gebied. Het is erg interessant, maar Mimi en ik hebben beiden eventjes de ogen dicht in verband met het tijdstip van onze wake-up call die ochtend. Aan het eind, tijdens de samenvatting van de dag, krijgt onze drie-eenheid nog een dikke pluim omdat we de groep tijdens de wolkbreuk zo snel naar de rivier hebben weten te krijgen. De groep applaudiseert, en het voelt enigszins ongemakkelijk, omdat we normaliter altijd als laatsten aankomen en we ze al behoorlijk wat uren hebben laten wachten.
Dag 3
Het is moeilijk wakker worden om 4:50, maar het lukt toch. Nadat ik met m’n spullen vertrek uit de slaapzaal, blijkt Gian Carlos een kwartier op m’n bed te wachten tot ik terugkom (hoor ik later van Nardu die zich in het bed ernaast aan het omkleden is). Ik zit tegen die tijd al lang en breed aan het ontbijt, zoals het hoort als ware hike-professional, en heb niks door.
Vandaag gaan we dan echt op pad naar The Lost City en we bestijgen 1200 glibberige traptreden om daar te komen. Eenmaal gearriveerd merken we wat voor bijzondere plek het is en maken we even geen grappen over onze spirituele missie. We krijgen een berg ongezonde snacks en krijgen de kans om de hele verloren stad te fotograferen. Na een paar nieuwe profielfoto’s, springfoto’s, spirituele “we kijken in de verte” foto’s en uiteindelijk een groepsfoto, gaan we op weg om de vrouw van de cháman (leider van de inheemsen) te ontmoeten. We leren en passant ook nog veel over de inheemsen. Zo begraven zij iemand die overlijdt onder de grond van zijn of haar huis, en daarna moet de rest van de familie in een ander huis gaan wonen. Nadat de lichamen zijn verteerd door Moeder Aarde kan de familie er pas weer gaan wonen. Ook is de cháman degene die, na een gesprek met de goden, de partners van het dorp aan elkaar koppelt. Mimi & Nardu besluiten hierop dat ze mijn toekomstige partner mogen uitzoeken.
Gian Carlos is tegen deze tijd zo verliefd op me dat hij takjes zoekt en daarmee het woord ‘Holanda’ spelt (ik ben de enige Nederlandse van de groep). Na ons bezoek aan de Lost City komen we terug in het kamp waar we de nacht ervoor sliepen, bikkelen een lunch weg en vervolgen onze weg naar onze volgende slaapplaats. Nardu & ik zijn ruim laatste en mogen van vertaler Hugo niet meer in de rivier zwemmen “omdat het gaat regenen en de stroming dan te sterk wordt”. Na een paar wulpse blikken richting Hugo geeft hij ons 5 minuten om te zwemmen en daarna stappen Nardu & ik samen onder de douche. Mimi komt met ons kletsen voor de douche en ik schuif het douchegordijn opzij om Mimi te trakteren op een aanblik van m’n schone hike-lichaam. Helaas kijkt ook de enge Spanjaard (47 – altijd jongere vriendinnen) rechtstreeks naar deze Playboy-aangelegenheid en vraagt later aan de eettafel of hij over me mag dromen. Ugh.
’s Avonds krijgen we een praatje van een inheemse man die ons hun rituelen uitlegt. Na deze interactie blijkt dat Nardu enorm geïnteresseerd is in de agricultuur van de inheemsen en vraag ik me inmiddels af of je je als blanke vrouw bij de inheemsen mag voegen, als je hun geloofsovertuiging fraai vindt (nee). ’s Avonds draaien we reggaeton in het kamp, danst Mimi met Gian Carlos (heb ik even rust) en komt Hugo naar ons toe om te zeggen dat het een heldere nacht is en we veel sterren kunnen zien. Het is mooi en ik voel me #blessed. Als ik even later op m’n stapelbed ben geklommen en nog even een foto van m’n hombre bekijk, schrik ik me wild als ik ineens een geluid hoor. Het blijkt de assistent GC die dolgraag een zoen van me wil. Ik probeer hem uit te leggen dat ik m’n hart al heb verloren aan een andere Colombiaan, maar hij wil geen nee horen. Dus begin ik “Narduuuuuuuu” te roepen (zachtjes, de rest van het kamp slaapt al). Nardu legt in het Spaans uit dat ik een vriend heb en dat hij weg moet gaan. GC druipt af. Nardu en ik kletsen nog een half uur over irrelevante zaken.
Dag 4
We worden om 5:20 wakker gemaakt en voor het eerst is Mimi niet in haar hum. Ik heb niet eens tijd om na te denken over m’n emoties, want volgens mij slaap ik nog steeds tijdens het ontbijt. Nardu & ik blijven gestaag kletsen om de ochtend door te komen. We wandelen weg van het kamp en worden getrakteerd op een mooie zonsopgang. Ineens staat daar, je gelooft het niet, zelfs een wit paard in het zonlicht. Dan maakt Nardu de vergissing om een vraag te stellen aan de enge Spanjaard (47 – altijd jongere vriendinnen) en zit een halfuur aan hem en zijn verknipte liefdesleven vast. Ik loop bij ze weg en heb een halfuur tijd voor wat reminiscing en contemplating. De natuur is prachtig en ik besef dat dit wel allemaal heel bijzonder is wat ik hier aan het doen ben. Aangekomen bij de snackstop zegt een Duits meisje van onze groep verbaasd: “Oh, you’re not last!!” als ik aankom. Zo begint pesten.
Bij snackstop nummer 2 komen we weer als laatst aan en ligt de rest van de groep al lang en breed in een natural pool. Ik wil eerst niet zwemmen (we hebben maar 10 minuten), maar word overtuigd door iemand uit de groep. Van 3,5 meter hoog spring ik van een rots in de pool, verlies daarbij bijna m’n bikini, maar lig dankbaar in het koele water. De groep van 4 Britse jongens (met wie ik eerder een jeep deelde) is hun GoPro verloren in het water en Hugo zoekt een kwartier lang op de bodem van de pool, tevergeefs. Het laatste deel van de hike is aangebroken en we komen bij een mooie heuvel en produceren hier de ultieme Charlie’s Angels pose met Britse vriend Liam als Charlie. Tegen de tijd dat we aankomen bij het eind van de hike, blijkt de rest van onze groep al gedoucht en op ons te wachten voor de lunch. We zitten nog maar net aan tafel en het begint keihard te regenen (timing). Na de lunch geven we onze gids een fooi, knuffelen iedereen gedag en stappen we in een jeep terug naar civilisatie.
We komen laat terug in Santa Marta. Nardu & Mimi hebben me niet alleen overgehaald om de nacht bij hen te slapen, maar ook om ze de volgende dag te vergezellen naar National Park Tyrona. Die avond gaan we uit in de stad. Assistent GC vergezelt ons én Liam (en nog een Franse gozer uit het hostel). We dansen op een rooftop, gaan naar de foutste club op aarde (Club Albania) waar iedereen op leren banken bier zit te drinken en samen met Nardu eindig ik de nacht kletsend (uiteraard) op het strand.
Park Tyrona
Na een kleine vier uur slaap gaat Mimi’s alarm af en beginnen we wederom met het inpakken van onze daypack. Het volgende avontuur (waarvan ik niet wist dat het zo’n avontuur zou zijn) staat voor de deur. Ik heb hoofdpijn en kan niet wachten om op de eindbestemming te komen. Na een stevig ontbijt in bistro Lulo (beste op aarde) en een rondje boodschappen doen, bevind ik me in een bloedhete bus naar Park Tyrona. Mimi is wagenziek, dus die zit gefocust voorin de bus, en ik zit met een druipend shirt naast Nardu. Na een uur in de bus komen we aan bij het begin van Park Tyrona. De entree voor het park blijkt aanzienlijk duurder dan verwacht en we beginnen ons zorgen te maken over de hoeveelheid cash in onze daypacks. Als ons wordt verteld dat de hike naar het strand 2 uur en 40 minuten duurt, besluiten we onze laatste pesos uit te geven aan drie caballos (paarden). Ik heb nog nooit paardgereden en bevind me het eerste uur in een constante panieksituatie. Het is namelijk geen vlakke weg; we zitten diep in de jungle, gaan over rotsen en ik hoor de paarden af en toe nadenken over waar ze hun hoef neer moeten zetten. Na een tijdje blijkt ook dat mijn paard graag de leider van de groep wil zijn, waardoor hij af en toe naar voren galoppeert en ruzie begint te maken met Mimi’s paard. Na een paardenwissel voel ik me beter, maar m’n kont voelt blauw en beurs aan, en tot overmaat van ramp scheurt de boodschappentas van Nardu waardoor ons pak kaas in de blubber valt en het paard er ook nog eens op staat.
Aangekomen op de strandcamping moeten we op zoek naar tent 73. De nummers staan op de zijkanten van de tenten gekalkt, maar over elke tent ligt een plastic zeil waardoor het allemaal behoorlijk onduidelijk is. Na ruim 40 minuten zoeken in het donker, inclusief hulp, vinden we een kleine gele tent met twee brede, stinkende matrassen. In het campingrestaurant maken we de balans op en komen erachter dat er niet genoeg geld is voor een diner. We eten daardoor een behoorlijk onsamenhangende maaltijd: roggebrood met zwetende kaas (uit de blubber – verpakking nog oké), fruit, crackers, Colombiaanse Snickers en lolly’s. Er is geen drank, maar veel gelach zoals altijd. Onbetaalbaar.
Na deze dag vol verrassingen gaan we op tijd naar bed, en eenmaal daar volgt de volgende verrassing. Van top tot teen in de kleding (niet bereid om fysiek contact te maken met de matrassen), blijkt de tent nogal heet. Ik durf wel te zeggen dat ik in sauna’s heb gezeten waar het minder warm is. Nardu’s plan om het koeler te maken is om stil en rustig te liggen, maar na een halfuur trekt Mimi het niet meer en halen we de regenhoes (plastic zeil) van de tent. Ook gaat er langzaam maar zeker wat kleding uit, tot op het punt dat we allemaal in hemd en onderbroek in de tent liggen. (Zoals Nardu zegt: “The wet dream of any guy, three hot girls with good humor, practically naked in the tent.”)
Mimi & Nardu hebben de wekker om 5 uur gezet voor een zonsopgang en vragen of ik meega. Ik zit wel even goed, bekijk wat bliksem vanuit de tent en val in diepe slaap tot 7 uur. Ik kan waarschijnlijk nog een paar uur slapen, maar krijg last van FOMO (Fear Of Missing Out) en ontbijt met de meiden op het strand. Na het ontbijt maken we de balans op. Of we moeten 3,5 uur terug wandelen richting het begin van het park, of we nemen een boot. De boot kost echter 150.000 pesos voor ons drietjes, en we hebben nog maar 42.000 in kas. We besluiten onze charmes in de strijd te gooien bij boot-eigenaar Chucky en vertellen in bikini dat we gelijk geld pinnen als we van de boot af komen. Chucky vindt het allemaal meer dan prima (plus wil met Nardu trouwen) en we komen erachter dat we nu tot wel 16:00 de tijd hebben om te zonnen op het strand. Er zijn veel wolken, maar het water is heerlijk en we ontmoeten ook nog wat geestige mensen. Nu we geld kunnen pinnen op vasteland, betekent dat zelfs dat er ruimte is om wat broodjes en koffie te kopen en we genieten alsof ons leven er vanaf hangt. Terwijl we ons opmaken voor de boottocht staat ineens de enge Spanjaard van de track voor onze neus. Ik kies eieren voor m’n geld en doe nog een laatste toiletbezoek, terwijl Nardu de Spanjaard entertaint en Mimi door hem heen kijkt.
De boottocht is heftig en Mimi zit aan de zijkant van de boot. Ze is niet alleen busziek, maar transportziek. Ik vind het dan toch wel stoer om op reis te gaan, waarbij je je continu in verschillende vormen van transport begeeft. De boottocht langs het national park is mooi, maar heftig. We gaan snel en de boot klapt vaak plots meters naar beneden. Om Nardu eens stil te houden en Mimi wat minder ziek te maken, vertel ik grappige verhalen uit mijn tijd bij Christine Le Duc, waarbij de rest van de boot stiekem meeluistert (je verstaat geen klap op deze boot, dus ik praat hard). Eenmaal aangekomen in Taganga (vlak boven Santa Marta) zijn we waarschijnlijk onvruchtbaar door de ruige boottocht, pinnen we geld voor Chucky en nemen een taxi terug naar het hostel. We genieten die avond van het feit dat we eindelijk weer geld hebben en eten een geweldig diner met een x aantal cocktails.
Back to Cartagena
We worden wakker in onze private 3-persoons slaapkamer en hebben wederom een geweldig ontbijt bij Lulo. Daarna hebben we een vrij saaie en slaperige busrit terug naar Cartagena en slapen we in het hostel waar ik eerder was. We hebben 2 bunkbeds maar er is geen vierde gast in de kamer, wat geweldig is, want privacy, en ik kan m’n laatste douchebeurt met Nardu nemen. Om 4 uur ’s middags hebben we dunch of liner (een combi tussen lunch en diner) met de nodige piña coladas, kopen we een lokale shopping mall leeg en maken we ons op voor onze laatste avond samen. Mimi gaat terug naar woonplaats Sao Paulo (kende ik haar maar eerder) en Nardu vertrekt weer richting Ecuador om te kijken of ze daar aan de bak kan als lerares én om te kijken hoe de relatie met haar Latino lover zich ontwikkelt.
Anyway, na een paar cocktails, blijkt de stad ofwel saai (want dicht of leeg) of een hoerentent (duur). Dus besluiten we wijn, crackers en kaas te kopen en dat te verorberen in onze kamer, met muziek en geklets. Om 4 uur gaan we slapen en om 6 uur nemen we afscheid. Ik ben zo slaperig dat ik het niet helemaal doorheb, tot ik om 11 uur alleen wakker word. En (met wat Whatsapp-bellende onderbrekingen) ben ik vanaf dat moment aan het werken aan m’n blog. Ik weet het, dit was een hele kluif. Als je het tot hier hebt gehaald: chapeau!
In other news (en dit is echt het laatste). Ik heb gezellig contact gehad met m’n hombre en besloten om m’n terugvlucht van Panama City te veranderen naar Bogotá. Ik vlieg niet op 21 december maar op 23 december terug en kom op 24 december om 10:00 aan op Schiphol, voor de liefhebbers die me willen onthalen. (Moet ik Schiphol vast een mailtje sturen in verband met mogelijke drukte?)
Heel veel groetjes van:
Survival Mayo






















































































































































SCHRIJF ALS EERSTE EEN REACTIE