Duizend watervallen & Salvador fiësta’s

Op het moment van schrijven ben ik een beetje verdrietig. Gister heb ik afscheid genomen van Marc & Regina en het blijkt nu dus dat afscheid nemen echt wel bestaat (Marco!). Na elkaar bijna 4 weken overal zien en tegenkomen, en de laatste paar dagen gezellig samen in hetzelfde hostel, waren ze echt m’n reisbuddy’s geworden. En het helpt misschien ook niet mee dat ik momenteel in een graflelijke stad zit waar het meer dan 30 graden is met een luchtvochtigheid van 95% en waar het nét is begonnen met onweren, terwijl ik nodig een was moet doen en ergens een boot moet boeken om uit deze graflelijke stad te ontsnappen. Maar afijn, laten we teruggaan naar een week geleden (wat inmiddels voelt als een jaar geleden).

Iguaçu watervallen

Van tevoren hadden meerdere mensen het tegen me gezegd: “Oh ga je naar Brazilië? Ga naar de Iguaçu Falls, het mooiste ooit.” En ik zei steeds: “Oh ja misschien wel leuk”, maar dacht: “Ja het zal wel, een zootje watervallen kan ik ook op foto’s zien.” Maar omdat iedereen in Brazilië me ook voor gek verklaarde dat ik het wilde overslaan, ben ik er toch maar naar afgereisd. Met de bus dus.

Na een busrit van 20 uur kom je best wel verfrommeld aan op je eindbestemming, dus ik nam een taxi naar m’n hostel om niet te hoeven klooien met een bus en m’n (veel te zware) tas. Taxi’s zijn in Brazilië vrij goedkoop, maar ik ben in love met Uber en als het werkt in de stad waar ik ben dan is het gewoon bidden voor sterke WiFi en gassen maar. Eenmaal in de taxi viel me al snel op dat Foz do Iguaçu, de stad het dichtst bij de watervallen, een best wel lelijke grote parkeerplaats is met daarop woonhuizen, restaurants en hotels, en dat allemaal ingedeeld in kaarsrechte blokken. Mijn hostel was dan wel weer geinig: het Tetris Container hostel bestaande uit 15 shipping containers die als een soort tetriskunstwerk in elkaar zijn gebouwd, met zelfs een container gevuld met water, het zwembad!

Terwijl ik in de tuin eens heel hard zat na te denken of ik er mentaal en fysiek wel aan toe was om die dag al naar de watervallen te gaan, zag ik ineens een bekend gezicht uit de bus. Bleek dus dat er die hele tijd nog een gringo (Gareth – Australië) met me mee was gereisd! Anyway, hij zei: “Let’s just get it over with.” Wat ik dan wel een hele geestige benadering vind van een bezoek aan de mooiste watervallen ter wereld.

Stukje side info over de Iguaçu Falls (ik ben gek van informatie). Ze liggen op de grens van Brazilië en Argentinië en ongeveer 275 watervallen beslaan een gebied van meer dan 3km breed en 80 meter hoog. Ze zijn daarmee breder dan de Victoria Falls en hoger dan de Niagara Falls. (Wel relaxed dat ik die dus nooit meer hoef te zien nu.)

Lang verhaal kort: de entree en alle merchandise is verschrikkelijk toeristisch aan de Braziliaanse kant, en we werden in een bestickerde bus naar de watervallen gebracht (in de bus werden ook junglegeluiden afgespeeld, wat echt idioot is want we reden dwars door de jungle – dat je dat nou doet in je Nederlandse natuurwinkel a la, maar dit was gewoon raar). De watervallen op zichzelf waren echt beyond my imagination. Wat een prachtig gezicht en een oorverdovend geluid! Gareth en ik waren onder de indruk.

De volgende dag was nog gaver. Marc & Regina hadden gevraagd of ik met ze mee wilde reizen naar de Argentijnse kant van de watervallen en hadden hiervoor een privéchauffeur geboekt. Als je de kosten van zo’n chauffeur split dan is het ongeveer even duur als een bus, maar het scheelt je enorm veel tijd en gezeik op de grens. De chauffeur Augusto was misschien nog wel het beste van de dag. Volbloed Italiaans, en met dat temperament probeerde hij ons in halfbakken Engels van alles te vertellen, met achter elke zin: “You understand, no?” Ook het weerzien van Marc & Regina deed me goed, wat een leuke mensen. Aan de Argentijnse kant namen we op het park een treintje naar de ‘low track’ van het park. Een wandeling met nóg beter uitzicht op de watervallen, een klein bootje naar een eiland en als cherry on top konden we helemaal naar boven. Via een smalle brug loop je over de brede rivier die aan het eind naar beneden stort. Oja, en we zagen ook nog een schildpad, ontzettend veel vlinders en mooie vogels. YES!!!!

’s Avonds aten we een hapje om de hoek van m’n hostel en boekte ik de volgende paar dagen van m’n reis. Rechtstreeks naar de Amazone bleek nogal duur, en Marc & Regina zouden naar Salvador gaan. Via Salvador naar de Amazone bleek €150 te schelen, en zo had ik al snel besloten m’n lievelings te volgen. Ze stuurden door aan welk hostel ze zaten te denken, en zo hadden we al snel beide een kamer geboekt in Salvador. Gezellig!

Salvador

Dus afgelopen zaterdagavond zat ik ineens in Salvador, de oostkust van Brazilië. Het is een oud-koloniale stad, ooit veroverd door de Portugezen die daar een paar decennia geleden ontzettend veel slaven naartoe brachten om hun huizen en kerken te bouwen. Hierdoor heeft het een Afrikaanse vibe en veel mooie donkere mensen. De staat Bahia schijnt verder ook prachtig te zijn, maar dat heb ik zelf niet kunnen checken.

Aangekomen in het hostel voelde ik me er gelijk thuis. Ik weet niet of het kwam door de charmes van de eigenaar, de goedkope caipirinha’s (omgerekend €1,60 per stuk) of door de gezellige mensen in het hostel, maar tegen de tijd dat Marc & Regina arriveerden was ik al ontzettend in de partymood. En omdat Marc & Regina altijd op de avond van aankomst gelijk het nachtleven induiken, kwam dit geweldig goed uit. Samen met Philippe (een Braziliaan en exácte kopie van Turk uit Scrubs), Diego (Mexicaan) en ? (Israël, die naam was verschrikkelijk moeilijk) namen we de taxi naar Rio Vermelho. Een wijk met op vrijdag- en zaterdagavond een soort feest in de straten. Het is vlakbij zee, met veel geparkeerde auto’s waaruit muziek knalt en donkere meisjes de quadradinho dansen. (De quadradinho is een vreselijk moeilijke dansbeweging, waarbij je door middel van je knieën je kont in een soort vierkantjes heen en weer beweegt. Het ziet er makkelijk uit, maar is niet te doen, en wij weten het, want we kregen spontaan les.) De avond eindigde in een club, waar ik plat werd gesandwicht, en na een paar huwelijksaanzoeken van Philippe (“And think about how beautiful our kids will look!”) eindigde ik lekker (en alleen!!!!!!) in bed.

Waar ik de volgende dag bleef. Want ik had best veel gereisd en was bekaf. En misschien een beetje hoofdpijn. (M’n moeder vindt het niet leuk om te lezen als ik soms wat teveel drink, dus hoofdpijn is vanaf nu codetaal voor kater.) ’s Avonds waren er allemaal leuke nieuwe gezellige mensen in het hostel en gingen we met z’n twaalven uiteten en at ik uit een ananas, hoe tropical!!

Op maandag gingen ik en mijn Lonely Planet er lekker op uit. Ik verbleef in Hostel Galeria 13 (echt een aanrader dus) in de wijk Pelourinho, het toeristische en historische centrum met allemaal kleurrijke huisjes en prachtige kerken. Maar vergis je niet! Waar je het ene moment nog een foto van een kerk staat te maken, sla je de hoek om en sta je middenin een favela. Een kwestie van op de gebaande paden blijven dus. Na een bezoekje aan een museum, ging ik even terug naar het hostel en besloot met een ander Nederlands meisje wat te gaan eten. Er was ook een Belgisch meisje uit het hostel meegekomen en daar vond ik wat van. Daar vond ik heel erg wat van.

Het irritantste type mens dat je tegen kunt komen in je hostel

Stel je voor: je bent op reis. Dat is gaaf. Hartstikke gaaf, en te gek, en elk superlatief dat er maar bestaat. Je bent alleen op pad gegaan om het avontuur recht in de ogen te kijken en je maakt toffe dingen mee. Helemaal niks mis mee, en ga vooral zo door.

Waar wel iets mis mee is, is de manier waarop je het hele reizen benadert. Je kunt het cool houden en leuke gesprekken hebben met mensen in je hostel. Over alles, echt allemaal random dingen. Wat je ook kunt doen, is elke zin zo beginnen: “Oh yeah this one time, when I was in Buenos Aires…”, “Yeah when I met this guy from Florianópolis…”, “When I was standing on top of that mountain overlooking Machu Picchu…”. De eerste paar keer denk je: ach, veel gereisd en meegemaakt, zal wel. Als het een monoloog wordt, verpakt met betweterige uitingen waaruit blijkt dat diegene denkt dat ‘ie jou volledig moet bijscholen over het hele reisgebeuren, dan wordt het irritant.

Ook irritant: laten weten dat je veel drugs hebt gedaan in Zuid-Amerika. (“Yeah I had my fair share of cocaine”, “La Paz is quite boring, so you have to find some stuff to make it worth your while”, “This bill of 3000 pesos is not travelling over the border with me, if you know what I mean”) Toen ik daarop maar eens luchtig zei: “I don’t really like it when people brag about using drugs” antwoordde ze met: “Oh no, me neither.” Alles aan dit Belgische meisje zorgde ervoor dat m’n ingewanden gingen jeuken zodra ik haar zag. Maar denk maar zo: het leven is geweldig zonder sociale voelsprieten, je hebt toch geen flauw benul.

Terug naar Salvador

Afgelopen dinsdag ging ik met Marc & Regina naar het strand in Salvador: Praia do Porto da Barra. Prachtig geel strand, rustige zee, en heerlijk warm water. Natuurlijk was ik de bovenkant van m’n bikini vergeten mee te nemen, dus was ik genoodzaakt er eentje op het strand te kopen. Dus een paar minuten en een ananas-bikini later, konden we lekker gaan zonnen. De zon voelde ok, dus ik besloot me nog niet in te smeren. Nou, de rest kun je natuurlijk wel raden. Ik derdegraads verbrand, m’n bikini wit uitgesneden op een bijna paars lichaam. Au. Die avond was er een soort feest in de straten van Salvador. En dat was… geweldig. Mhaha.

En nu?

Gisteren nam ik definitief afscheid van Marc & Regina (en ook nog van m’n twee niet eerder vermelde Brexit-vriendinnen Kate en Alice met wie ik in een paar uur tijd vele humor-hoogtepunten beleefde) en vloog ik naar Manaus: de grootste Braziliaanse stad in de Amazone. Als ik hier vanaf m’n balkon naar de horizon kijk lijkt het wel alsof ik in het Caracas sta uit Homeland seizoen 3, het is verschrikkelijk zo lelijk. De mensen zien er hier ook anders uit, ze stammen af van de oorspronkelijke bewoners van Brazilië, en hebben daardoor wat plattere neuzen en een breder hoofd. In mijn zoektocht naar een bootticket (ik ben tijdens het schrijven even op en neer gegaan) heb ik genoeg urine geroken voor de rest van m’n leven, oog in oog gestaan met een plas kots en voel ik me een alien, want blond en niet zo’n platte neus.

Morgen om 6:00 neem ik de boot naar Tabatinga, het laatste Braziliaanse stadje voor de Colombiaanse grens. De boottocht duurt 36 uur en ik kom waarschijnlijk zaterdagavond aan, waarna ik gelijk de oversteek maak naar Leticia, de grensstad in Colombia. En dan start mijn Colombiaanse avontuur! Zin in!

Groetjes van jullie immer bruine vriendin Mayo!

Ps. Ik hoop dat het wordt gelezen, want ik post het op een onmogelijk tijdstip.

Recente berichten

Recente reacties

Archieven

Categorieën

Meta

5 Comments

  1. Sven Parelstrand-Trekpoet
    29 september 2017
    Reply

    Heeey Mayo,

    Sven hier, vanuit Tripoli (Libië) waar ik vanochtend ben geland na mijn bezoek aan Bloemfontein. Fijn je ontmoet te hebben vorige week. Was erg gezellig. Wat schrijf je léúúk. Had ik nooit achter je gezocht.

    Ik reis nu verder want ik stond net voor een poppenkraam en daar zag ik zoveel poppen staan, maar geen pop was zo mooi als jij.

    Lieve kus,
    Sven

    • marjolein
      29 september 2017
      Reply

      Oh Robbie ?

      • Sven Parelstrand-Trekpoet
        29 september 2017
        Reply

        Robbie?

  2. Mama
    29 september 2017
    Reply

    Wat een belevenissen in een week! Ontzettend leuk om te lezen wat je allemaal meemaakt! Blijf genieten van je reis!, dikke knuffel van ons beiden.

  3. Simon
    29 september 2017
    Reply

    Genoten! Weer!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *