Omdat ik jullie heb achtergelaten met een gigantische cliffhanger, hier het vervolg van “Hoe is het nu met… mij?”
Medellin
De vorige keer stopte m’n blog ook met de boodschap dat ik ging zwemmen in Medellin, en dat was nog een behoorlijk avontuur. De Nederlandse Anouk en Iris en ik pakten een taxi naar Aeroparque Juan Pablo II, een zwembad packed met locals. Bij de ingang zeiden we nee tegen een raar badmutsje, om er in het zwembad achter te komen dat het daar verplicht is. Achteraf denk ik dat dat niet eens om hygiënische redenen is, maar meer om je haar te beschermen tegen alle zooi die daar in het water zit. Mijn haar was twee dagen touw (I’m not kidding). Ook moesten we in een gek hokje een tas halen om onze eigen tassen in te doen, en die worden dan weer in een ander hokje in bewaring gesteld. Tassen mogen niet mee de zonneweide op. En dat zal wel z’n redenen hebben.
We waren een behoorlijke tropische verrassing voor alle puberige Colombianen, die daar op die leeftijd al onder de tatoeages zitten. Eenmaal in het water vroegen we ons af wanneer het golfslagbad zou starten, en toen we ruim een kwartier in de golven hingen, vroegen we ons buiten adem af wanneer het in godsnaam weer zou stoppen. Om bij te komen van al het geweld, gingen we zonnen op een deck een paar meter boven het zwembad. Eenmaal daar bleek Aeroparque Juan Pablo II naast een vliegveld te liggen en moesten we schreeuwend het gesprek aangaan vanwege de arriverende en vertrekkende vliegtuigen. Na een uurtje onder de wolken hoorden we allemaal gefluit en bleek het zwembad al te sluiten. Que? Ach, toch gelachen!
Einde dag deden we wat inkopen om op het dakterras van het hostel te hangen en ontdekte ik in de supermarkt mayonaisechips? Hallo heaven? We hadden lol, aten een hapje in het hostel en de volgende dag nam ik met toch pijn in het hart afscheid van Anouk en Iris. Jezus, dat hart van mij hè, helemaal aan gort!
Het vliegveld was de hel, want Nederlands als ik ben was ik ruim op tijd en daarna werd m’n vlucht steeds meer vertraagd. En toen eindelijk, rond 5 uur kwam ik weer aan in Bogotá.
Bogotá part 2
Terwijl ik op m’n bagage stond te wachten, tuurde ik naar de uitgang, en zag daar ineens een bekende berg zwarte krullen staan. Het bleek m’n hombre te zijn en ik was daar toch best wel van onder de indruk (maar ik ben ook heel erg onder de indruk van mezelf omdat ik niet alleen een oceaan over ben gevlogen, maar ook na al het emotionele geweld ben teruggevlogen naar Bogotá, afijn). Toen m’n bagage er eindelijk was, stortten we á la Love Actually in elkaars armen en ik denk dat het maar goed was dat de taxichauffeur geen Engels kon, want het was allemaal verschrikkelijk zoetsappig.
Ik had opnieuw geboekt in m’n Botanico Hostel en werd met open armen ontvangen door het personeel. Er hing nog net geen “Welcome back” spandoek in de lobby. Na geïnstalleerd te zijn in m’n kamer, ging ik met m’n hombre naar een zaakje om wat te drinken, en op weg naar de volgende zaak voelde ik ineens dat m’n telefoon niet meer in m’n jaszak zat. Ik was opvallend kalm, wat m’n hombre maar alarmerend vond, maar ik zei: “Ik ben al bijna 2 maanden in Zuid-Amerika en er is nog niets van me gestolen. Dit zat er gewoon heel erg aan te komen.” Na nog een drankje, kwam z’n zusje erbij en gingen we naar een karaoke-tent wat verschrikkelijk gezellig en leuk was en waar ik heel vals Wannabe van de Spice Girls zong, met z’n zusje uiteraard.
De volgende dag was ik toch wat verdrietiger in verband met m’n gestolen telefoon en dus gingen de hombre en ik samen naar Zona T (waar ik al eerder was om alle winkels leeg te kopen) om een niet gestolen tweedehands telefoon aan te schaffen. De aankoop deed wel een beetje pijn in m’n portemonnee en de rest van de dag was ik aan het kutten om de iCloud te herstellen (bleek nooit iets te zijn opgeslagen, waardoor ik vrijwel alles kwijt was). ’s Avonds werd ik uitgenodigd voor een avondje bier met m’n hombre en wat vrienden, maar ik was zo dood dat ik de klok rond sliep. Lekker bezig hoor hier mam!
De rest van de dagen hoef ik denk ik niet per dag op te schrijven. Ik ging samen met m’n hombre naar een vlooienmarkt op zondag. Op maandag gingen we samen ontbijten en nam ik een Colombiaanse specialiteit. Chocolademelk met kaas (?!?!). Tijdens m’n werktrip had ik dat niet geprobeerd en was er wel enorm nieuwsgierig naar. Wat je dus krijgt, is een beker chocolademelk met op een bordje ernaast een stuk kaas. De kaas moet je in stukjes scheuren en in de chocolademelk doen. Na een tijdje is het gesmolten en eet je de kaas eruit. Het was… bijzonder. De combinatie is in je hoofd gewoon zo raar dat je buik er ook van in de war is. Toch moet je dit wel proberen vind ik, want when in Bogotá… Op deze olijke maandag nam ik ook nog een manicure en pedicure om de hoek voor omgerekend €4. En daar was de kwaliteit ook naar, want de mevrouw die met me bezig was met m’n nagels zat meer naar de Telenovela te kijken dan naar m’n nagels. Een Telenovela is trouwens een ander woord voor een soap en letterlijk iedereen kijkt daar hier naar. Er zijn volgens mij wel duizend verschillende Telenovela’s en in veel winkels of restaurants zit het personeel met open mond te kijken hoe de liefde alles kapot maakt (ja ik geloof er denk ik niet meer in haha). Op dinsdag ging ik naar het Nationale Museum en het Museum van Moderne Kunst, wat vrij indrukwekkend was. Bijna alle kunst gaat hier over de geschiedenis van Colombia, en zoals jullie wellicht weten is dat nogal een bloederige.
Maandag en dinsdag voelde m’n hombre zich steeds ‘moe, ziek, zwak, misselijk’. Tuurlijk. Dus op dinsdagavond besloot ik twee aardige jongens te appen die ik hier eerder tijdens m’n werk had ontmoet en samen met de Duitse Kate gingen we op weg naar (jaja) Zona T voor een avondje uit. De tent was leuk, gezellig, we dronken bier en aguardiente en ineens ging het daar al sluiten? Omdat dit vrij onverwacht was en Kate en ik nog niet klaar waren met de avond, zeiden de jongens: “We kunnen wel ergens anders heen, maar dat is wel een beetje een dodgy plek”. Ons kon het allemaal niet zo heel erg veel schelen en zo gingen we met de taxi op weg naar Santa Fé. De straat die we binnen reden leek wel uit een gangsterfilm. Overal hoeren, crackheads en afval. Gelukkig laat mijn instinct me nooit in de steek en zei ik: no way in hell dat ik er hier uitstap. Kate wilde ook niet en dus gingen we de hoek om, waar het al een stuk bedrijviger was. Rechtstreeks van de taxi gingen we een club in, die letterlijk gevuld was met hoeren. Ik zal niet liegen (dit blog spreekt namelijk altijd de waarheid): het was een vreemde plek, maar we hadden het er gezellig, de hoeren waren vriendelijk, en na een tijdje dolle pret namen Kate en ik de taxi terug naar huis.
De volgende dag appte ik m’n hombre dat we uit waren geweest in Santa Fé en hij verklaarde me compleet voor gek (“That’s a really dangerous place!”). En na een beetje research kan je wel zeggen dat ik blij ben dat ik nog leef. Het is een van de gevaarlijkste buurten van Bogotá: een hoerenbuurt en het stikt er van de junks en dieven. Gelukkig waren we alleen de taxi uit en in gegaan daar. Erop terugkijkend ben ik niet trots en ik weet dat het dom was (want ik zie de reacties al weer voor me)! Dus: dit gaat me niet meer overkomen. Echt niet, pap en mam.
Gister lag ik de hele dag in het hostel met Kate op de bank. We aten pizza, keken Master of None en het leven was goed. Vandaag ben ik dus weer m’n blog aan het schrijven en ga ik zometeen tejo spelen met m’n hombre en een vriend van hem. Na dit weekend vertrek ik weer uit Bogotá. Ware liefde ga ik hier niet vinden, ook al hebben m’n hombre en ik het leuk (en thank god voor Nederland, alle emigratieplannen van de baan).
Ik denk dat ik weer terugga richting Medellin. Ik heb te weinig van de stad gezien en m’n frituurhomie Iris resideert daar nog steeds. Ook gaat Kate maandag die kant op, dus dat wordt vast leuk (en ook ongevaarlijk)!
Heel veel liefde van Mayo
Ps. Voor degenen die m’n Facebookpost met m’n nieuwe Colombiaanse nummer niet hebben gezien: +57 320 378 3289. Text me homies.
Pps. Sorry, deze keer weinig foto’s. WiFi hier is verschrikkelijk. Plus de meeste foto’s stonden op m’n oude telefoon, die nu waarschijnlijk in handen is van een junk.












Het gemis begint vormen aan te nemen die de omvang van mijn lichaam overstijgen. Het heeft de vorm van een aan flarden gescheurde gatenkaas in een mok choco.
Gelukkig hebben we je blogs nog.