Ik ben er de laatste weken achter gekomen dat m’n blog meer lezers had dan ik altijd dacht, en dan is het wel verdomd irritant voor AL die duizenden (honderdduizenden?) mensen dat ik geen einde aan m’n reis heb geschreven. Ik ben inmiddels weer bijna 2 maanden in Nederland, maar dat betekent niet dat de herinneringen weg zijn en DUS schrijf ik een einde aan m’n reis. Voor een stukje peace of mind. Ook voor mezelf.
San Blas & Panama
De laatste keer dat ik schreef was ik in het Colombiaanse Cartagena en stond ik aan de vooravond van mijn vertrek naar Panama met een catamaran. Wederom 5 dagen uit de WiFi, wat best wel werkt als een mental cleansing. Ik zat op de boot met 10 andere avonturiers (waaronder 3 Nederlandse meiden) en de catamaran zou ons via de San Blas eilanden naar het Panamese vasteland brengen. San Blas staat bekend als het paradijs (zoals je daar weleens over droomt als je in een regenachtig Nederland gebukt over je computer huilt van ellende – huidige Mayo) en heeft hagelwitte stranden, palmbomen en een azuurblauwe zee. En dat je dan twee dagen op open zee nodig hebt om daar te geraken, daar denk je dan tijdens het hele boekingsproces niet echt over na. Ik dacht altijd dat ik best oké rolde op water, maar wat was ik blij dat ik in Cartagena nog een berg pillen tegen zeeziekte had aangeschaft. We vertrokken om 5 uur in de ochtend wegens ‘storm op zee’ en dan begin je dus langzaam te rollen in je bed. Ik deelde het tweepersoonsbed ook nog eens met Lotte, een Nederlands meisje dat ik luttele uren daarvoor had ontmoet, en dan leer je elkaar wel gelijk heel intiem kennen. Korte samenvatting van de eerste twee dagen: ik at weinig, ik bevond mezelf het liefst in liggende positie op het voordek, ik verbrandde op dag 1 afschuwelijk, we zagen een mooie zonsondergang, ik was wederom blij met m’n noise cancelling koptelefoon en ik verlangde af en toe stevig naar een Bogotaanse omhelzing.
De ochtend van dag drie belandden we in San Blas. Paradijs! Hoe fijn om eindelijk van die boot te kunnen springen! De catamaran heeft geen douche, dus op zo’n derde dag voel je je al best een beetje Tom Hanks in Cast Away (zonder baard dan). We zwommen, trokken wat bier open, keken naar zeesterren, snorkelden, een van de Nederlandse meiden vlocht m’n haar in, en ik het hare… ja het was echt paradijs. De dag erna was eigenlijk ook exact zo. En aan het einde van die dag kwam ik erachter dat paradijs leuk is, maar voor even. Het verveelt best snel om met je billen in het zand naar de zee te kijken. Vind ik dan. Elk eiland daar is in principe ook hetzelfde. (Maar geloof me jongens, ik zou er veel euro’s voor over hebben om er nu weer te zitten.) Dag 5 werden we met een bootje van de catamaran naar vasteland gebracht en vanaf daar pakten we een jeep naar Panama City. Ik mocht naast de bestuurder zitten, keek de hele rit gore reggaetonclips (yes, back to civilisation!) en moest halverwege zo nodig plassen dat ik het vermogen verloor om iets van de omgeving in me op te nemen. Bij een tankstation ramde ik ook bijna de toiletdeur uit z’n voegen toen iemand daar écht de tijd nam voor z’n eigen plasbeurt. (Dat ik dit na 3 maanden nog weet geeft wel aan hoe erg het was.) In Panama City zat ik in hetzelfde hostel als twee van de Nederlandse meiden en toen we onder de douche stonden (los van elkaar hoor, ik douche alleen met Nardu) was dat misschien wel het meest euforische moment van alle vijf dagen. Je kunt niet voorstellen hoe goor je je voelt na zoveel dagen zoutig op een boot te zitten.
In Panama beleefde ik twee leuke avonden. Die eerste avond sprak ik af met Nederlandse vriend Joeri, bier en pizza. We kletsten bij en het was beregezellig! Avond twee sprak ik af met een knettergekke Hawaiiaanse die ik m’n laatste dag in Medellin had ontmoet. Ze was van Medellin naar Panama-City gevlogen om weer bij haar lover te zijn en woonde daar nu al een tijdje met hem samen. Ik werd uitgenodigd voor een avondje bij hen thuis en nam een fles wodka mee. Niet alleen zij bleek knettergek; haar vriend ook. Het werd dus: een knettergekke avond. Ze knoopte na de nodige wodka’s wat glitterdraadjes in m’n haar (m’n kapper hield laatst zo’n draadje omhoog en zei met een zuinig mondje: “Feestje gehad?” Ik: “Lang verhaal.”), we sneakten een private party in het Hard Rock Hotel binnen, werden daar uitgezet, gingen naar de oude stad, ontmoetten m’n vrienden van de catamaran, dansten, dronken en om 3 uur vertrok ik richting m’n bed.
Rincon del Mar
Als je ooit een kater hebt gehad dan weet je: stil liggen, ogen dicht, denk aan niks… misschien aan cola. Ik had “helaas” plannen om weer terug te gaan naar Colombia die dag en had VIJF VERSCHILLENDE VERVOERSMIDDELEN nodig om op die bestemming komen. Met een Uber ging ik naar het vliegveld, met een vliegtuig terug naar Cartagena, met een taxirit van een half uur naar het busstation, met een busrit van 2 uur naar San Onofre en vanaf daar een halfuur op een MOTORTAXI naar de Colombiaanse kust. Hoe ik me voelde toen ik einde dag aankwam in het hostel? Een soort van overleden, en tegelijkertijd euforisch, want in die vage Colombiaanse kustplaats zat: m’n Nederlandse frituurhomie Iris uit Medellin! Zij had behoefte aan een weekje aan zee en ik volgde de hele reis toch al m’n intuïtie, dus zo was dit plan perfect tot stand gekomen. Na hysterisch gegil en een minutenlange knuffel, kwamen we onze privé-kamer binnen (thank the lord na 6 dagen in die klamme catamaran en 2 nachten op een dorm met twaalf mensen), hingen we in een hangmat en kletsten over het leven.
Ik wil graag zeggen dat we in die week het dorp Rincon del Mar van boven tot onder hebben ontdekt, maar eigenlijk hebben we alleen maar druipend van de Dark Tanning Oil aan het strand gelegen, Rummikub gespeeld, kreeft gegeten, pannenkoeken gebakken, in de hangmat gelegen, rum-cola’s gedronken en over onze potentiële liefdes en zoveel meer gekletst. We hadden maar 1 avond plannen, en dat was om plankton in het donker te bekijken. Met een bepaald soort licht blijken die beestjes op te lichten en dat is een hele bijzondere, betoverende ervaring. Lang verhaal kort: nadat we 1 uur op zee hadden gezeten, de boot door een mangrove hadden getrokken en op een meer waren beland, bleek de maan te fel en liet de plankton zich niet zien. Op dat moment balen, achteraf een goede reden om weer eens terug te gaan naar Rincon (TOCH? HOMIE?). Hieronder kan je eens rustig bekijken hoe een gemiddelde dag in Rincon er voor ons uitzag:
Medellin
Een week later vertrokken Iris en ik in de ochtend van Rincon naar San Onofre om vanaf daar de bus naar Medellin te pakken. Ze had me van tevoren al gewaarschuwd: “Mayo, ik ben echt altijd heel relaxed, you know it, maar als ik iets van tijdsdruk heb & er moet een vervoersmiddel gehaald worden, dan verander ik in een monster.” Niets bleek minder waar toen we in de trage taxi richting San Onofre zaten, die nota bene nog ff rustig ging tanken en iedere andere auto of motor voorliet die we onderweg tegenkwamen. Normaal ben ik altijd een beetje de onrustige, maar ik leek gewoon kalm door de paniek naast me. (Sinds deze gebeurtenis rijd ik naar m’n werk zonder tijdsaanduiding op Google Maps en ben ik een stuk meer TRANQUILLA dan vorig jaar.) We haalden de bus ruim op tijd en vanaf daar ging de paniek over in geklaag over ‘waarom we de ochtendbus ook alweer hadden genomen’. Er was namelijk ook een nachtbus, maar daar heb ik een hekel aan.
Lang verhaal kort: dit is er gebeurd met de nachtbus die we anders hadden genomen. En toen waren we toch ineens heel blij dat we de ochtendbus hadden gepakt. Ik bleef nog twee nachtjes in Medellin, waarbij we de wijk Envigado inclusief alle foeilelijke kerstverlichting bewonderden en we ordinaire kleding pasten én kochten. Het waren allemaal magische dagen.
Bogotá
En toen op maandag 4 december was het na een maand van vurig verlangen ineens zover. Een hereniging met m’n liefde in Bogotá, voor wie ik m’n terugvlucht had omgeboekt. Twee-en-een-halve week passie in het verschiet. Het werden er alleen iets minder. Na een paar Hele Goede Liefdevolle en Intense Dagen werden de gevoelens eens maar weer bipolair en moesten we ineens vrienden worden, wegens geen toekomst en alles waar in principe ook wel eerder bij stilgestaan had kunnen worden. Que. Pasa. Deze had ik even niet aan zien komen en na een paar zelfdestructieve dagen, besloot ik te vertrekken uit Bogotá voordat ik in een lijkzak naar huis zou gaan.
Chili!!
En dus boekte ik de duurste vlucht van m’n leven naar Santiago, Chili, om m’n bestie Nardu op te zoeken die ik tijdens de Lost City Trek had ontmoet. En hoe hard ik ook zat te janken op het vliegveld van Bogotá (laatst zapte ik langs Discovery Channel waarbij El Dorado Airport uitgebreid aan bod kwam en toen dacht ik: ja, dat is misschien wel de meest verschrikkelijke plek op aarde); vanaf het moment dat ik arriveerde in Santiago heb ik alleen maar gelachen. Nardu haalde me op van het vliegveld en ik werd liefdevol verwelkomd in het huis van de Chileense familie waar zij al een tijdje woonde. We maakten drie verjaardagen mee, baadden in het zwembad in de tuin, kookten de meest heerlijke Chileense specialiteiten met Monica (de moeder van het gezin & m’n grote voorbeeld), kletsten tot diep in de nacht, gingen een dagje naar het strand, bezochten het huis van de dichter Pablo Neruda, gingen uit in een legendarische club in Santiago, dronken veel Pisco Sours en namen na 9 dagen puur geluk afscheid. Nardu, je hebt geen idee wat deze 1,5 week voor me heeft betekend. (Hierbij extreem veel foto’s, want er gebeurde zóveel!)
Naar huis
Ik vloog terug naar Bogotá voor de laatste nacht van m’n reis en ik had afgesproken met m’n hombre om daar nog op een soort van humane manier afscheid van elkaar te nemen. Dat moment is er helaas nooit meer van gekomen. Na 20 uur in the dark te zijn gehouden, vloog ik terug naar Nederland. Waar het uiteraard regende. Maar waar ik blij in de armen stortte van Koos, Jorrit en m’n zusje.
En nu?
Bijna twee maanden later kijk ik zó goed terug op m’n reis. Het klinkt weeïg, maar het is echt de beste beslissing die ik het afgelopen jaar heb genomen. Ik heb bizarre plekken gezien, de meest geweldige mensen ontmoet, af en toe wat eenzaamheid verkend, een intense liefde gehad (in elke zin van het woord), m’n eigen grenzen weer eens wat beter leren kennen en ik heb zo ontzettend hard genoten. Zuid-Amerika heeft een plek in m’n hart en ik kom terug.
Ik hoop dat jullie, ondanks de gigantische vertraging, nog van dit blog hebben genoten en hopelijk volgt er snel een nieuw avontuur.
Een hele dikke kus,
van Mayo





















































































































Joe, Selma hier, je dinnetje van de boot. Ben je nog van die infectie aan je lebodomus afgekomen liefie? Ooohh, wat zag je blauw, mon Dieu! Goed, gouden blog weer. Keep it up!
Weer leuk Robbie ;)