Hardcore toerisme in San Pedro en Bolivia

Het is vandaag precies een week geleden dat ik afscheid nam van mijn geliefde Nardu en ineens weer even op eigen benen moest staan. Best spannend, en het bracht me terug naar twee jaar geleden toen ik helemaal solo begon aan mijn avontuur. Maar het goede nieuws is: ik kan mezelf nog steeds op eigen kracht in leven houden én ik heb vrienden gemaakt.

San Pedro de Atacama

Also known als de plaats waar Nards en ik afscheid namen – voor nu. Afijn, San Pedro de Atacama is een dorpje in de Noord-Chileense woestijn en ligt 2500 meter boven zeeniveau. Het wordt omringd door allemaal prachtig natuurgeweld en het is er bloedheet (want woestijn) en gortdroog (want woestijn). Het dorp zelf is niet gek veel aan; het is 1 grote hoofdstraat vol agencies en die staan de hele dag te leuren om er maar voor te zorgen dat je bij hen een tour gaat boeken. Ook stikt het er van de honden (ehl) en vind je er ontzettend veel Braziliaanse en Franse toeristen. Aangekomen in mijn hostel, aan het eind van de straat, kreeg ik een plekje in een dorm die verder leeg was. YEHES! Het is zo fijn om soms even alleen te zijn als je continu op pad bent. ’s Avonds boekte ik gelijk drie tours, want ik had geen zin om urenlang prijzen en agencies te vergelijken; bovendien werken veel agancies toch samen. Je moet alleen even weten wat de prijs van een tour ongeveer is of wat je er ongeveer aan uit wilt geven. 

De volgende dag stond ik met dikke wallen om 5 uur s’ochtends voor m’n hostel te wachten op een busje die mij naar een berg geisers zou brengen. De geisers waren gaaf en squirtten hoog, ik was goed voorbereid op de kou in de thermokleding die ik leende van El (thanks El <3) en ik maakte Braziliaanse vrienden! Ook tourguide Pedro was gaaf en vertelde ons veel over de flamingo’s, vicuña’s (soort elegante lama’s) en de Andes-struisvogels die we zagen. Zo gaaf om die dieren in het echt te zien! Terug in het hostel kwam ik medium tot rust want ik wilde wat bussen boeken voor een paar dagen erna en dat was nogal een hassle, maar daarover later meer. Einde dag ging ik naar de maanvallei en trok ik op met een Braziliaanse glamourpoes van 39 die hard meezong met Phil Collins in de bus en mij vroeg welke foto’s ze op haar Instagram moest zetten. De maanvallei was prachtig met zonsondergang en is absoluut de moeite waard als je ooit in San Pedro belandt.

Maar de belangrijkste tour, en eigenlijk de reden waarom ik naar San Pedro was getogen, was voor een bezoek aan de zoutmeren van Bolivia. Woohoo! En dus stond ik op donderdagmorgen om 7 uur in de ochtend klaar, wederom met dikke wallen, voor mijn pick-up. Die kwam alleen nooit. Volgens de agency wegens stakingen in Bolivia, maar ik begreep later dat ze je soms een dag verplaatsen als een groep (van zes personen) niet helemaal gevuld wordt. En dus kon ik mijn drie geboekte bussen en Peruaanse hostel allemaal cancellen :) :) :) super.

(Eerlijk gezegd heb ik hele goede herinneringen aan die ‘verloren dag’, want ik heb alleen maar geslapen en The Wire gekeken – ik zit in seizoen 3 homies – en kon even weer lekker op adem komen, wat soms hard nodig is on da road.)

De zoutmeren van Bolivia

En dus stond ik dit keer op vrijdagmorgen om 7 uur ’s ochtends zonder wallen klaar en stapte in bij een groepje mensen die ik in de volgende dagen zeer goed zou gaan leren kennen. Een Duits stelletje, Cindy (26) en Thomas (39) die een halfjaar geleden verliefd werden op de werkvloer, Braziliaanse Internetvrienden Diego (29) en Chaiyenne (32) en de Franse Christelle (30) uit Parijs die allesbehalve arrogant was (vooroordeel Parijs door andere Fransozen op reis) en met wie ik goede maatjes werd. Ons eerste obstakel van de dag was de grens met Bolivia. Grenzen in Zuid-Amerika zijn altijd echt een gedoe: niet dat het zo’n moeilijke procedure is en je komt altijd wel je nieuwe land in, maar het duurt ontzettend lang (zoals alles in deze landen – je geduld wordt elke dag wel een keer op de proef gesteld – ik weet nog hoe relaxed ik de vorige keer terugkwam naar Nederland, ook al hield ik dat niet echt lang vol). Na de grens verplaatsten we van ons busje naar een ruime fourwheeldrive en al onze grote bagage werd vakkundig op het dak genesteld door onze tourguide Marco – een superaardige Boliviaanse gast. Ik zat de eerste dag voorin, en hij wilde graag dat ik mijn Spotify aanzette, want hij had wel genoeg van z’n eigen Boliviaanse deuntjes en reggaeton.

Op dag 1 zagen we prachtige meren: laguna blanco (wit), laguna verde (groen) en laguna colorada. Het laatste meer kleurt roze door de plankton en stond vol met flamingo’s! Ook bleek het het paarseizoen te zijn voor de grote vogels, want we zagen er een paar fijn van bil gaan. Ik ging in een thermaal bad (god ik schreef bijna terminaal) waarbij ik voor het eerst zag dat onze Braziliaanse vriendin behoorlijk aan zichzelf had laten sleutelen (bOObs) en dat ze graag een foto van zichzelf wilde waarbij haar bips net boven het water uitstak. Ieder z’n ding. We gingen verder door de Salvador Dalí-woestijn, die zo heet omdat het er behoorlijk surrealistisch uitziet. Door een vulkaanuitbarsting waren er grote stukken lavasteen zo *plop* terechtgekomen in het gladde zand. Heel mooi! En we gingen ook nog even langs wat borrelende stinkende zwavelmeertjes, allemaal in andere kleuren. Heel goor :) :) :) Einde dag kwamen we bij onze eerste overnachtingsplek in Villa Mar. Ik deelde een kamer met vriendin Christelle en we nestelden ons fijn in onze warme bedden.

De volgende dag vond ik niet heel bijzonder qua natuurgeweld, maar we vermaakten ons goed met tourguide Marco en de groep vond wederom dat ik voorin mocht zitten. Achterin de jeep zijn maar twee kleine plaatsen, daarvoor waren mijn benen te lang, en in het midden zat iedereen ook fijn op z’n plek. Prima! We zagen deze dag veel rotsen met vreemde inkepingen, we wandelden naar een vulkaanmeer en maakten onze eerste perspectieffoto’s op verlaten treinrails. En net toen ik heel even op de enorme zoutvlakte achter de auto zat te plassen (je moet goed drinken op grote hoogte), kwam er een auto vol mannelijke Bolivianen van mijn kant aanrijden en dat was heel awkward maar ook ergens wel weer geestig. We reden verder door de quinoavelden, ja hipsters dit lezen jullie goed, hier in het mooie Bolivia wordt jullie quinoa verbouwd! Ik las ooit een artikel over uitputting van de aarde en dat het helemaal niet goed is voor de Bolivianen dat iedereen zo dol is geworden op quinoa en dat ze het zelf niet meer kunnen eten in verband met de hoge vraag ernaar en dat het te duur is geworden. Maar Marco zei dat dit onzin is en dat al die families juist blij zijn met deze gezonde trend. Ze verdienen nu zo’n vijf keer meer en zijn ineens schathemeltjerijk geworden. Dus blijf maar lekker quinoa eten allemaal! In dezelfde trend dronk ik, samen met mijn nieuwe vrienden, een quinoabiertje in een verlaten dorpje (iedereen werkt op de velden overdag). En dat is dus echt lekker bier! ‘s Avonds overnachtten we in een zouthotel, een hotel dat voor 90% uit zout bestaat, aan de rand van de zoutvlakten. Echt heel bijzonder, en het is echt zout want ik heb aan onze muur gelikt; dit soort dingen moet je altijd even testen. Onze vloer bestond zelfs uit grove zoutkorrels! Tijdens het diner konden we zelfs een wijntje drinken en niet lang daarna gingen we naar bed, want de volgende ochtend zouden we om 5 uur vertrekken om de zoutmeren te zien met zonsopgang.

En sjongejonge wat was dat mooi. Het was berekoud, maar zo bijzonder om de lucht zo te zien veranderen boven het sneeuwwitte zout. De zoutmeren van Bolivia zijn met bijna 11.000 vierkante kilometer de grootste ter wereld en liggen op 3650 meter hoogte. Het is soms dus best eventjes naar adem happen ;) We maakten zo’n duizend geestige perspectieffoto’s, bezochten een verlaten zouthotel op de vlakte, reden door naar Uyuni: een stad aan de rand van de zoutmeren, waar geen weg geasfalteerd is, en bezochten het kerkhof voor afgedankte treinstellen. In Uyuni hadden we even vrije tijd en dus WIFI OMEKOT. Daarna wisselden we van chauffeur, wat echt klote was want de nieuwe was superkut en we loved Marco. En na nog een korte nacht (4:30 klaarstaan) kwamen we weer aan in San Pedro en namen we afscheid van elkaar. 

De bussen naar Peru

Omdat ik geen zin had in nog een nacht in het relatief peperdure San Pedro besloot ik gisteravond direct richting Peru te gaan. Om in Peru te komen vanuit Chili is nog niet zo makkelijk, tenzij je een gave vlucht vindt (ik heb die absoluut niet gevonden). Dus ging ik met een bus van San Pedro de Atacama naar Calama en daarna van Calama naar Arica, de grensplaats in Chili. In Arica moet je dan met een collectivo (een gedeelde taxi) de grens over naar Tacna (grensplaats Peru). Ik deelde een taxi met een hele leuke Chileense vrouw die voor een nachtje naar Peru ging om haar ‘body exam’ te laten doen bij een dokter; in Peru is dat vier keer goedkoper dan in Chili. En fijn om even met een local te praten, want zo werd m’n Spaans weer lekker opgefrist. (Het zal jullie misschien verbazen maar ik kan inmiddels een vrij leuk gesprekje voeren in het Spaans – wellicht met Hollandse tongval, maar ach, je ken niet alles hebben.) In Tacna nam ik een regionale Flores-bus naar Arequipa waar ik nu, een behoorlijk aantal uren later, ben. Ik zit even twee nachten in een privékamer en GOD WAT IS DAT FIJN! Even onderbroeken laten slingeren, geen rekening houden met andere mensen en m’n serie kijken op tijdstippen waarop ik dat wil.

Morgen ga ik Arequipa op toeristisch vlak vakkundig ondersteboven keren en later in de week ga ik een trek doen in de Colca Canyon. Dan ga ik naar een of ander groot meer (ik vergeet de naam altijd) en over ruim een week zal ik mijn BFF Nardu weer in de armen sluiten in Cusco!

En voor nu gaat deze meid lekker even helemaal niks doen en duizend jaar slapen.

Hasta luego!
Mayo met diepe wallen

Recente berichten

Recente reacties

Archieven

Categorieën

Meta

SCHRIJF ALS EERSTE EEN REACTIE

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *