Ahhh ik ben net wakker en voel de inspiratie om te schrijven nog niet echt in m’n tenen, maar als ik nu niet schrijf dan gebeurt het nooit en vergeet ik alles wat ik heb meegemaakt (als dat al niet zo is door het alcoholmisbruik in Buenos Aires) dus soit.
Buenos Aires
Tijdens mijn laatste blog zaten we nog middenin de festiviteiten van Buenos Aires, en dat ging de laatste dagen gestaag door. Nouja, gestaag. Meer explosief, en met een steile leercurve voor mij. Jamila leerde mij op een mooie maar drukke milonga de basisprincipes van het tangodansen, waarna ik gelijk de dansvloer op gegooid werd en doodsangsten uitstond. Maar dat was zeker bijzonder, en het smaakt naar meer. Op zaterdag gingen we naar een peña, waar ik, samen met nog 12 anderen, een les kreeg in folklore dansen. Ik was er zelf mild (= niet) op voorbereid. De context is dat we de nacht ervoor schrikbarend laat thuiskwamen van een salsafeest en Nardu en ik ineens te horen kregen dat de peña de volgende dag ’s middags was, terwijl alles normaal altijd na middernacht begint, en dus was ik rond 3 uur in de middag nog lijkbleek en moest eerst drie liter water weg hachelen voordat ik weer een beetje op mezelf leek. Maar het folklore dansen ging wonder boven wonder vrij goed en Jamila (who loves folklore) stond als een trotse moederpauw toe te kijken hoe ik me over het dakterras heen bewoog. Geslaagd!
De dag erna hadden onze roomies voor ons een afscheidsbarbecue georganiseerd, zodat we iedereen die we de laatste weken hadden ontmoet nog een keer konden zien (we voelden voor iedereen al als locals ghehe). Eigenlijk wordt in Argentinië elke kans aangegrepen om zo’n asado te organiseren, maar we voelden ons zeer vereerd en er werd zelfs een Facebook-pagina voor aangemaakt. (Wisten wij alleen veel dat het niet zou lukken om voor de dag erna een bus naar Salta te krijgen en dus hadden we nog een extra avond.) Omdat er zoveel asado’s worden georganiseerd, neemt iedereen vaak z’n eigen drank mee en levert een financiële bijdrage aan het eten. En dan helpt ook nog eens iedereen mee met de voorbereidingen, zo gezellig en tranquillo. De avond was een dikke hit, met een verplaatsing van tuin naar woonkamer en van woonkamer naar R&B-club. Omdat de maandag dus niet onze echte laatste dag was, gingen we nog een keertje tangojurken kijken (en kochten wat sets) en gingen als écht afscheidsmaal met ons hele huis Mexicaans eten bij vrienden Laura & Ricardo die misschien wel in het mooiste appartement van Buenos Aires wonen.
Tijdens een reis vind ik het altijd een van de moeilijkste dingen om afscheid te nemen als je je ergens zo ontzettend gelukkig voelt. Maar Nardu en ik waren het erover eens dat we door moesten (al dan niet voor de toekomst van onze levers – en ook Rosalia kreeg haar bed nu terug) en dus was afgelopen dinsdag het onvermijdelijke echte afscheid met een lach en een traan. En met onze belofte dat we terugkomen naar onze familie daar.
De busreis van BA naar Salta
Het was geweldig want we hadden stoelen die helemaal plat konden en sliepen 14 van de 21 uur.
Salta
En omdat we zo goed geslapen hadden, konden we na een soepele check-in bij ons hostel direct door naar de autoverhuur in Salta. De beste manier om omgeving Salta te verkennen, werd me verteld door vrielega Hanneke, is namelijk per auto. Ook dat ging soepel, en dus konden we niets anders doen dan dit alles vieren met een regionaal Salta-biertje en wat empañadas – die zijn hier steengoed. Daarna gingen we naar een folklore-optreden in een restaurant en konden we niets anders dan zeggen dat het een heel geslaagde dag was.
Bij het ophalen van de auto de volgende dag kreeg ik het ineens een beetje benauwd. Want autorijden is leuk, en ik kan het goed (ja hoor, dat durf ik echt te beweren, en als je het niet gelooft dan wil ik je wel een rit aanbieden), maar autorijden in Argentinië is niet als autorijden in Nederland. Verkeersregels worden 9 van de 10 keer genegeerd, er wordt ingevoegd wanneer het echt niet kan, rechts inhalen is no problemo, ineens op de rem voor een auto die fileparkeert aan een drukke straat is niks geks en naast al deze roekeloze rijders moet je ook nog goed de ogen openhouden voor voetgangers. Kortom: life in a car in Argentina ain’t easy. (In Buenos Aires hadden we op onze een-na-laatste dag een bijna-doodervaring toen er op een kruising een bus van links bijna onze Uber in reed en keihard remde, waardoor de Uber ruk aan het stuur moest geven. Doodeng.) Maar we hadden de auto al gehuurd en er zat niets anders op en nu, na een paar dagen achter het stuur, moet ik zeggen dat je wel went aan de rijstijl. Het is een beetje survival of the fittest op de weg hier. Als je goed uitkijkt en kordaat handelt dan gebeurt er (waarschijnlijk) niets.
De auto (koosnaam Bert) was voor drie dagen gehuurd en nadat we hem volgeladen hadden met onze bagage konden we de weg op: roadtrip! Dag 1 besloten we richting het zuiden te rijden, naar Cafayate: de wijnregio. Na wat dorpjes, grote grasvlakten, mooie bomen en bergtoppen, kregen we gierende honger en stopten bij een snoezig houten restaurantje (met geitenboerderijtje – La Posta de las Cabras) langs de kant van de weg. Omdat Nardu dacht gezien te hebben dat het ook een camping was, vroegen we de eigenaar achter de kassa of we er misschien op de terugweg konden kamperen – er lag namelijk een mooi grasveldje naast het restaurant. Hij keek eventjes vreemd en zei toen: ik denk wel dat dat kan? Hij zei dat het niet echt een camping was, maar als we onze eigen spullen hadden dat het geen probleem moest zijn. Gaaf! En nadat we onze giechels hadden volgestopt met de lokale specialiteit (geitenkaas) reden we fijn door. Buiten de stad is het een stuk lekkerder rijden en het duurde niet lang voordat het landschap veranderde. Grote, rode rotsformaties doemden op in de verte en we gingen ook een paar keer de auto uit om wat highlights van dichtbij te bekijken (mooi mooi mooi, warm warm warm). Cafayate zelf was geen hol aan en we kochten op de terugweg een wijn bij een bodega, maar die jongen had er zelf misschien al een paar op want die soesde lekker weg achter z’n uitgestalde wijnen. Terug bij onze restaurantvriend Emiliano was hij ons nog niet vergeten en wees ons een mooi hoog plekje toe naast het zwembad (?!?!?!!?) voor 0 pesos (?!?!?!!?!). Dus toen de tent in het donker stond en wij in het zwembad dobberden en naar de sterrenhemel keken, was het oprecht genieten.
Volgende dag, na een lekker ontbijt bij Emiliano, gingen we de weg op om ten noorden van Salta te reizen. Over een kronkelige, vrij jungle-achtige bergweg, met prachtige vergezichten eindigden we op 3.000 meter hoogte in het zanderige bergdorp Humahuaca. We hadden geen slaapplek geboekt en dus reden we met onze Bert van hosteldeur naar hosteldeur. Nardu hopte elke keer uit de auto om te vragen naar de beschikbaarheid en prijs, en uiteindelijk vonden we een supergezellig hostel met kleurrijke bankjes en een mooi dakterras voor een extreem goede prijs (minder dan 5 euro per persoon per nacht). Vlakbij Humahuaca ligt Serranía del Hornocal (de berg met de 14 kleuren), een absolute must-see. Het meisje achter de balie vertelde dat we daar wel heen konden gaan de volgende dag maar alleen met een tour, want met de auto zou het te tricky zijn.
Afijn, de volgende dag besloten wij dat we dat best zelf konden met onze Bert. En dus reed ik, met samengeknepen billen, off-road richting de berg. Er lagen veel grote stenen en we werden ingehaald door fourwheeldrives, maar we lieten ons niet kennen, en na een stuk behoorlijk klimmen en de auto in versnelling 1 kwamen we veilig aan op 4300 meter hoogte!! Echt een waanzinnige berg en we namen goed de tijd om er rond te wandelen en foto’s te maken. (Ik denk vooraf bij dit soort dingen altijd: ja joh een rots met 14 kleuren, boeie, maar als ik dat dan in het echt zie ben ik toch verkocht.) De terugweg verliep godzijdank ook soepel en het was tijd voor het tweede hoogtepunt van de dag: de Salinas Grandes de Jujuy, een zoutvlakte! Ik dacht dat het zo’n beetje naast de weg lag, maar we moesten een behoorlijk steile bergpas over en pas na een uur kwamen we dan eindelijk aan bij de witte zee. In de tussentijd was het weer omgeslagen en toen we uit de auto stapten stormde het hevig. We zagen onweersflitsen in de verte en boven de zoutvlakte hingen zware donkere wolken. Toen we het zout opstapten, gierden de zoutkorrels door de lucht en konden we elkaar amper verstaan door de wind. Eigenlijk ook wel heel gaaf in dit weer, ook al deden m’n oren pas twee uur nadat we waren vertrokken geen pijn meer. In de auto terug naar Salta moest Nardu nog even een blaastest doen (haha) en kwamen we aan bij ons hostel van de eerste dag, die helaas was volgeboekt, en al vloekend en navigerend kwamen we aan bij het hostel waar we nu al twee nachten hebben geslapen.
Gister was het zondag en geheel naar verwachting (katholieke landen) was alles dicht. We probeerden bij het busstation tot twee keer toe (om 15:00 en om 21:30) bustickets te bemachtigen richting Noord-Chili maar dat faalde jammerlijk. Chili is nog steeds niet helemaal stabiel, en dus gaan er minder bussen die kant op. Ook via Bolivia reizen wordt ons sterk afgeraden; dat land is momenteel ook een politieke puinhoop, veel erger nog dan in Chili. Een aantal grenzen zijn dicht, er zijn veel wegblokkades en er zijn mensen die al dagenlang vastzitten in de hoofdstad La Paz.
Maar vanmorgen (lichtpuntje) wist Nardu twee bustickets voor morgenvroeg 7:00 te bemachtigen naar San Pedro de Atacama: een dorpje in de Chileense woestijn. Zij reist vanaf daar door naar Cusco in Peru (met een x aantal bussen) om een vriendin te bezoeken en ik blijf eventjes in San Pedro om dan met een tour de zoutvlaktes van Bolivia van dichtbij te zien. Naar het schijnt is dat veilig en gaan de tours nog steeds. Dan kom ik als het goed is terug in San Pedro om via Chili naar Peru te reizen en uiteindelijk weer te herenigen met Nardu.
Hè wat een lang blog. Hoe gaat het met jullie???
Groetjes van,
Een oververhitte Mayo (het is hier warm op onze kamer, maar wel even relaxed deze downtime na al het gefeest en gerijd)
SCHRIJF ALS EERSTE EEN REACTIE